De landbouw is economisch en maatschappelijk gezien de belangrijkste sector in De Fryske Marren. Het boerenbelang hoeft niet haaks te staan op de belangen van natuur, landschap en ecologische hoofdstructuren. Integendeel, vindt de VVD, die kunnen elkaar juist versterken. Boeren zien in dat ze daar onderdeel van uitmaken. Ze zijn innovatief en leveren hun bijdrage aan natuurbeheer en weidevogelprogramma’s. Predatie is een grotere bedreiging voor weidevogels dan de moderne melkveehouderij, al kan het natuurlijk altijd beter. Om die reden heeft de VVD een positieve insteek. Boeren moeten kunnen blijven boeren, en je mag ze wijzen op hun verantwoordelijkheid. Gelukkig nemen en dragen veel boeren die ook. Zelfs mag worden gesteld dat er zonder boeren weinig terechtkomt van effectief natuurbeleid. De impact van de veestapel op het klimaat is veel minder dan altijd is verondersteld, zo bleek uit een recent IPCC- rapport. Grondonteigening op boerenbedrijven is een te vergaande maatregel om gewenst natuurbeleid af te dwingen. Alleen in gevallen van een groot maatschappelijk belang mag tot onteigening worden overgegaan, vindt de VVD De Fryske Marren. Wij stellen ons vierkant achter de agrarische sector, die wij wel kritisch blijven volgen. Maar zoals wij een partij van samenwerking zijn, zo trekken wij schouder aan schouder op met onze boeren. Hun bedrijfsactiviteiten zijn economisch katalyserend voor de toeleverende en verwerkende industrie. In het Veenweideprogramma waarin maatregelen worden genomen om bodemdaling en stikstofuitstoot tegen te gaan, staat voor de VVD praktisch beleid voorop. Beleid met boerenverstand.