De VVD fractievoorzitter wees tevens op het feit dat de volledig verkeerde uitleg van de in november 2013 gehouden meningspeiling het vertrouwen van de inwoners van De Friese Meren geen goed heeft gedaan. ‘Het amateuristische en ondemocratische proces heeft dus veel imagoschade tot gevolg, de zorgvuldige opbouw tot de fusie waar we toch met zijn allen jaren aan hebben gewerkt, en die op een prima manier van onder op tot stand is gekomen, is door FNP en CDA teniet gedaan’; concludeerde Meinsma.
De kritiek op de handelswijze stond nog los van de kritiek op het gegoochel met de kostenplaatjes. Na eerder berichten over bedragen tussen de 4 en 8 ton, stond in het Collegevoorstel ineens een bedrag van 2 ton. Een bedrag dat in de ogen van de VVD de nodige vragen oproept en daarnaast volledig voorbij gaat aan de maatschappelijke kosten van vooral recreatieondernemers. Dit ondanks een wettelijke plicht om deze maatschappelijke kosten ook in de berekeningen mee te nemen. Daar komt nog bij dat over de dekking uit het frictiebudget eveneens onduidelijkheid bestaat. Op een eerder moment hebben de drie oude gemeenten 3,8 miljoen aan het frictiebudget van het Rijk toegevoegd en er gaan geruchten dat dit niet langer nodig is. Op basis van deze gegevens kon in de ogen van de VVD geen zorgvuldig besluit tot stand komen.
Omdat de VVD een partij is die constructief meedenkt kwam zij op 23 april ook met oplossingen. Daarbij droeg de VVD het duidelijk in kaart brengen van de kosten (van derden) om zo tot een zorgvuldig besluit te komen en/of het instellen van een referendum om tot een maatschappelijk gedragen besluit te komen, als oplossingen aan. Ondanks deze constructieve opstelling had de coalitie haar besluit al genomen. Gesteund door de ChristenUnie drukten de FNP en het CDA de naamswijziging in De Fryske Marren door de gemeenteraad.